
Algemene nabestaandenwet
Artikel 29a
1
Degene die een nabestaandenuitkering ontvangt, heeft tevens recht op een tegemoetkoming.
2
Degene die een halfwezenuitkering ontvangt en geen nabestaandenuitkering ontvangt als bedoeld in het eerste lid, heeft tevens recht op een tegemoetkoming.
3
Degene die een wezenuitkering ontvangt, heeft tevens recht op een tegemoetkoming.
4
De tegemoetkoming, bedoeld in het eerste tot en met derde lid, wordt niet beschouwd als een nabestaandenuitkering, halfwezenuitkering of wezenuitkering op grond van deze wet, behoudens voor de toepassing van afdeling II van hoofdstuk 3.
5
Geen recht op een tegemoetkoming als bedoeld in het tweede lid bestaat voor een ongehuwde pensioengerechtigde als bedoeld in artikel 9, eerste lid, onderdeel a, van de Algemene Ouderdomswet die recht heeft op een tegemoetkoming als bedoeld in artikel 33b van die wet.
6
Artikel 2, derde lid, is van overeenkomstige toepassing.
7
Bij algemene maatregel van bestuur worden regels gesteld met betrekking tot de hoogte, de indexering en de wijze van betaling van de tegemoetkoming.
8
De tegemoetkoming is niet vatbaar voor beslag.
Jurisprudentie bij dit artikel
- Hieronder wordt een selectie van de bijbehorende jurisprudentie getoond.
- Geen resultaten gevonden voor de door u opgegeven zoek termen.